In het kamp

Bij aankomst moesten gevangenen al hun persoonlijke bezittingen in de "Effektenkammer" afgeven. Vervolgens werd al het lichaamshaar afgeschoren en kreeg men een nummer op een zinken plaatje om de nek gehangen. Datzelfde nummer werd eveneens op de kampkleding genaaid. Kleding en schoeisel werd willekeurig verdeeld. Het kwam zelden voor dat een gevangene iets passends droeg. De persoonlijke gegevens werden in de "politieke afdeling" geregistreerd, wat vaak met mishandeling gepaard ging. Gedurende de eerste dagen stonden de gevangenen onder quarantaine en werden nog niet aan het werk gezet. Wel moesten ze urenlang op appèl staan.

In het kamp
De SS probeerde de moreel en psychische weerstand van de gevangenen te breken door hen te vernederen en hen af te beulen. De omstandigheden waren abominabel. De barakken zaten overvol, sanitaire voorzieningen waren ontoereikend en men had geen privacy. De dagindeling was dermate ingedeeld dat er nauwelijks een vrije minuut overbleef.

Voeding
Al in 1940 was de voeding nauwelijks toereikend. In de daarop volgende jaren werden de maaltijden steeds kariger en de kwaliteit steeds minder.
's Morgens was er een dunne melksoep of zogenaamde koffie, 's middags dunne koolraapsoep met weinig vet. Sommige gevangenen kregen een boterham met beleg als toeslag voor de zware arbeid. 's Avonds werden de broodrantsoenen voor de volgende dag uitgedeeld met daarbij wat margarine, kaas of marmelade.
Vanwege de slechte voeding takelde ieder, die zich niet op andere wijze van extra voeding voorzag, in korte tijd af tot een verzwakte, apathische "Muzelman", zoals ze door de SS spottend werden genoemd.

Discipline
De gevangenen hadden geen rechten die hen beschermden tegen het geweld van de SS. Regels en verboden bepaalden de orde in het kamp. Voor het geringste vergrijp werden zware straffen uitgedeeld. Door de verzwakte toestand van de gevangenen waren deze straffen vaak dodelijk. Executie door ophanging werden vaak op de appèlplaats uitgevoerd, in aanwezigheid van de andere gevangenen. Zeer belangrijk voor het dagelijks leven was de manier waarop gevangenen met een functie (meestal Duitsers) met hun taak omgingen. Sommigen gebruikten de mogelijkheden van hun functie om hun medegevangen zoveel mogelijk te helpen, anderen dachten alleen aan hun eigen belang en handelden als verlengstuk van de SS.

Medische verzorging
Veel gevangenen leden aan verwondingen en ziekten en hoopten in de ziekenbarakken geholpen te worden. Het medisch personeel bestond echter uit medegevangen, die zelden een medische opleiding hadden. Bovendien waren er te weinig middelen om een vakkundige verpleging mogelijk te maken.
Begin 1942 stierven ruim 1000 gevangenen aan vlektyfus. De SS nam de ernstig zieke gevangenen apart. Zij werden gedood met een injectie in het hart. SS-artsen misbruikten de gevangenen ook voor medische proeven. Zo werden 20 Joodse kinderen van Auschwitz naar Neuengamme vervoerd voor TBC-proeven.

Evacuatie van de kampen
Met de geallieerden in aantocht werden de vele concentratiekampen in het voorjaar van 1945 hals over kop ontruimd. De SS bracht de gevangenen weg. In goederenwagons of te voet. Zij die niet konden volgen, werden doodgeschoten.

Einde of bevrijding
Na dagenlang te hebben rondgelopen of gereden, kwamen duizenden gevangenen uit Neuengamme, of een van de buitenkampen, uitgehongerd en uitgeput aan in de voorlopige opvangkampen Sandbostel bij Bremevörde en in Wöbbelin bij Mecklenbrug. Daar werden ze door de SS aan hun lot over gelaten in onbeschrijfelijke omstandigheden. De door honger en uitputting getekende gevangenen vochten om het laatste stuk brood. Vele gevangenen stierven door honger en/of ziekten. De bevrijders troffen bij hun aankomst in beide kampen afgrijselijke toestanden aan.

Ondergang van de schepen met gevangenen
Meer dan 9000 gevangenen werden eind april 1945 vanuit Neuengamme naar Lübeck getransporteerd. Daar werden ze op de schepen Cap Arcona, Thielbek en Athen gezet. Aan boord van de schepen, die voor Neustadt (Holstein) in de Lübeckse baai voor anker lagen, stierven veel gevangenen aan honger en/of ziekten. Anderen werden gedood door de SS of door medegevangenen.
Op 3 mei 1945 bombardeerden Britse bommenwerpers de gevangenenschepen. De piloten dachten dat het troepentransportschepen van de Wehrmacht waren. De Cap Arcona en de Thielbek stonden onmiddellijk in brand en zonken kort erna. Veel gevangenen werden door de laagvliegende vliegtuigen gedood. Meer dan 7000 mensen kwamen om het leven bij deze catastrofe, de zwaarste uit de scheepvaartgeschiedenis.

Een leven na het overleven
Minder dan de helft van de 106.000 gevangenen van het concentratiekamp Neuengamme heeft de bevrijding meegemaakt. De terugkeer naar het dagelijks leven werd voor de oud-gevangenen getekend door hun ervaringen in het kamp. Ze leden nog vele jaren, vaak nog tot op de dag van vandaag, onder de lichamelijke en geestelijke gevolgen van hun gevangenschap in het kamp.

Bronnen
Brochure "Overlevensstrijd, gevangenen onder de SS heerschappij. Het concentratiekamp Neuengamme 1938-1945" bij de permanente tentoonstelling van de concentratiekamp gedenkplaats Neuengamme.
Deel 16, "Concentratiekamp Neuengamme 1938-1945", van "Hamburg Portret" van het Museum van de Hamburgse geschiedenis.